De wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten en het Koninklijk Besluit (verder: ‘het KB’) van 20 december 2018 aangaande de berekening van de nettokosten, die het huidige wettelijke kader vormen, bepalen dat bpost, sinds 1 januari 2019 (vanaf de berekening voor 2018), verplicht is om jaarlijks de nettokostenberekening met betrekking tot de universele dienstverlening (‘USO’ oftewel "universal service obligation" in het Engels) uit te voeren, en dat het BIPT de taak heeft om de berekening te verifiëren.
Het KB bepaalt verder dat niet alleen de (kosten en opbrengsten van de) ‘US’ (“universal service” in het Engels) in aanmerking moeten worden genomen, maar ook de voordelen die niet rechtstreeks meetbaar zijn door de aangewezen aanbieder, de zogenaamde immateriële en marktvoordelen (‘IMV’).
Deze moeten worden gekwantificeerd en afgetrokken van de berekende kosten van de US.
In deze context heeft het BIPT WIK Consult de opdracht gegeven een studie aangaande de immateriële en marktvoordelen van de Belgische leverancier van de universele postdienst uit te voeren.