Een margin squeeze vormt een potentieel concurrentieprobleem op de elektronische-communicatiemarkten, voornamelijk voor breedbandinternettoegang en hoogwaardige connectiviteit. Een margin squeeze doet zich voor wanneer een verticaal geïntegreerde operator met een aanmerkelijke marktmacht (“Significant Market Power” of “SMP”) op wholesaleniveau (“SMP-operator”) zijn retailprijzen of groothandelsprijzen zo positioneert dat de marge tussen de kosten van de wholesale-input en de retailprijzen onvoldoende is om het voor een concurrent mogelijk te maken om soortgelijke retailproducten aan te bieden.
Om de concurrentieproblemen aan te pakken heeft de CRC in het besluit van 29 juni 2018 betreffende de analyse van de markten voor breedband en televisieomroep en het BIPT in het besluit van 13 december 2019 betreffende de analyse van de markt voor hoogwaardige toegang, een verbod opgelegd aan SMP-operatoren om een margin squeeze te hanteren. De operatoren waarvan in het kader van de betreffende beslissingen werd vastgesteld dat ze SMP hebben, zijn Proximus en de kabeloperatoren in hun respectieve dekkingszones.
Om het verbod op een margin squeeze te concretiseren, publiceert het BIPT richtsnoeren, waarin de principes worden uitgeschreven volgens dewelke het BIPT een margin squeeze zal onderzoeken. Onderhavige richtsnoeren vervangen de richtsnoeren zoals vastgelegd in de communicatie van 22 juni 2021, ten einde rekening te houden met evoluties die sindsdien hebben plaatsgevonden op regelgevend, commercieel en technologisch vlak en ook op basis van ervaringen die werden opgedaan in het kader van een vernieuwde uitvoering van de tests.
Wat de mass market betreft, behelzen de wijzigingen de behandeling van de niet-gereguleerde component mobiele telefonie (principe 11), het apart beschouwen van resultaten voor op glasvezel gebaseerde retaildiensten van Proximus (principe 3), het niveau van aggregatie en een verduidelijking van het begrip incrementele marge voor producttesten (principe 3) en een betere uitwerking van de aangepaste EEO methodologie (Principe 5).
Voor de grootzakelijke markt gaat het over de modaliteiten van de test op contractniveau indien zowel producten op basis van Markt 3/2014 als Markt 4/2014 worden aangeboden (Principe 3) en hoe wordt omgegaan met een situatie waarbij één van de eindpunten van een lijn in een competitieve zone ligt en een ander eindpunt in een niet-competitieve zone (Principe 4).
Nieuwe bepalingen in verband met de behandeling van structurele en tijdelijke promoties (Principe 6 en Principe 13) hebben betrekking op beide markten, dus zowel de residentiële als de grootzakelijke markt.