Voor een station van de 5e categorie gebruikt de gebruiker de roepnaam die verbonden is aan zijn bedieningscertificaat of aan de vergunning van het gebruikte station.
De roepnaam wordt uitgezonden volgens een methode die aangepast is aan het soort van uitzending. Indien dat niet mogelijk is, wordt de roepnaam uitgezonden door middel van spraak of morsetelegrafie. In telefoniemodus wordt de roepnaam duidelijk uitgesproken en indien nodig gespeld, waarbij het internationale alfabet wordt gebruikt. In telegrafiemodus wordt de roepnaam in morsecode uitgezonden op de transmissiesnelheid die tijdens de verbinding wordt gebruikt.
De roepnaam wordt ten minste een keer aan het begin en aan het einde van elke uitzending uitgezonden. Als de uitzending bestaat uit verschillende korte berichten, wordt de reeks uitzendingen beschouwd als zijnde één uitzending. Voor een uitzending of een reeks uitzendingen wordt de roepnaam ten minste een keer om de vijf minuten herhaald.